‘We need a strategy to cope this’

Ik en mijn lief zijn een weekje op Sardinië. Nog even ontsnappen aan herfst en winter, verlengen van zon en buitenleven, genieten van rust, het Bourgondische leven en elkaar. We hebben ontzettend veel zin om te gaan!

Na alle horrorverhalen over Schiphol zien we wel een beetje op tegen de reis. En dus is het helemaal niet zo verkeerd om in het holst van de nacht op een rustig moment te vliegen. Inchecken en douane verlopen voorspoedig, veel sneller dan verwacht. Maar eerlijk is eerlijk, eenmaal door de douane heen overvalt je een desolaat gevoel. De meeste winkeltjes zijn dicht, geen drankje of broodje te scoren, vuilnisbakken die uitpuilen; er is geen personeel. De parfumeries zijn wel open; hoe doen zij dat? Wat is er toch misgegaan in ons bruisende kikkerlandje waarin we alles zo goed geregeld leken te hebben?

Met deze constatering voel ik ook meteen de ambivalentie ervan. Want de andere kant is er ook. Waarom verwacht ik dat de winkels en restaurantjes ‘s nachts open zijn op Schiphol? Is het noodzakelijk om te vliegen? Waarom denken we dat alles maakbaar is? Dat groei nog verder kan groeien? Hoe zit het met mijn eigen ‘stikstof-strippenkaart’? Enzovoorts… 

Om de uren te overbruggen, proberen we wat te dommelen, lezen en leggen we woordjes. We hebben het lange wachten er graag voor over met zo’n geweldige week in het vooruitzicht. 

En dan … zijn we op het mooie Sardinië. Wat een heerlijke plek om te zijn! De natuur zo mooi. De zon die uitbundig schijnt. De mensen zo vriendelijk. Het gevoel een week zonder wekker en agenda te mogen leven maakt me ontzettend blij! 

Maar ook op vakantie blijven mensen gewoon mensen. En nemen we mooie kanten én onze onhebbelijkheden mee. 

Case 1. In ons eerste hotel aan de Oostkust hebben we een heerlijke plek. We kunnen ‘s avonds nog buiten eten. Aan de tafel naast ons zitten twee stellen van middelbare leeftijd. Mijn moeder zou zeggen ‘gesoigneerd’. Mijn oog wordt steeds naar ze toe getrokken. Want één van de vrouwen is non-stop aan het woord; haar drie tafelgenoten hummen, knikken of lachen vergoeilijkend. Ze proberen er soms even tussen te komen. Maar geen van hen krijgt spreektijd. Bijzonder toch? En wat schetst mijn verbazing? De volgende ochtend aan het ontbijt gaat dit tafereel gewoon zo door. Haar eigen man lijkt afgehaakt, maar het bevriende stel is met de slaapgroeven nog in hun gezicht gewoon weer aangeschoven om dit verbale offensief over zich heen te laten komen. Ik vind het knap. Aan het ontbijtbuffet waar niets dan heerlijkheden zijn uitgestald tref ik de dame die zo goed kan incasseren. Ze lacht naar me; het lijkt me een leuk, lief en ook verstandig mens. We twijfelen of we een cakeje zullen nemen. Ze zegt met een knipoog ‘we need a strategy to cope this!’ Ja, denk ik, dat klopt en dat geldt niet alleen voor het ontbijt:-)

Case 2 We reizen van het zuiden naar het noorden en strijken tussen de middag neer op een geweldig terras aan zee. Op enige afstand is er een klein privé strandje waar een jong gezin is neergestreken. ‘Hun’ plek is afgebakend met parasol en al. Niet veel later komt er een bejaard echtpaar, zij gaan zo ongeveer bovenop het gezin zitten. De non-verbale communicatie is hilarisch. En de manier waarop de vrouw van het jonge gezin haar man sommeert er iets van te zeggen ook. Zijn er regels voor het houden van afstand op het strand? Geen idee. Er ontstaat een venijnige ruzie tussen de twee. Hij valt haar bijna aan met de parasol. Wij zitten op de eerste rij om dit theater te aanschouwen. Onderwijl is er een groot zakendiner rechts naast ons. Italiaanse mannen in pak die verhitte discussies voeren en om en om worden gebeld en van tafel lopen. Belangrijk, belangrijk:-) 

Case 3 Een frans jong stel met twee grote honden komt op het terras zitten. De honden zitten overduidelijk in de ruimte van anderen. Zij rookt sigaretten terwijl anderen zitten te eten; hij praat en lacht als een Duracell-konijn, zo hard dat het hele terras ervan kan meegenieten. Hij krijgt zijn eten en valt direct aan. Hij smakt. En niet zo’n beetje ook. Zij krijgt haar vis wat later, maar kan hem niet fileren. Ze slaat hulp van de ober af en verkracht haar vis met mes en vork luidkeels pratend met haar vriendje. Totaal geen last van hun omgeving, de wereld is van hen. Als je je zo gedraagt als je nog zo jong bent, hoe moet dat dan straks als je kinderen moet opvoeden? 

Case 4. Op onze laatste dag eten we in een chique restaurantje. Naast ons een Italiaanse familie. Drie generaties samen aan tafel. Opa is hartstikke doof. En begrijpt niet wat er op de menukaart staat. Na herhaaldelijke pogingen van zijn dochter om uit te leggen wat er op de kaart staat – ze raakt zichtbaar geïrriteerd, pap, LUISTER nou – wordt hij de rest van het diner totaal genegeerd. Zijn kleindochter zit onverstoorbaar op haar mobiel. Voor dochter en manlief is opa lucht. Oud en afgedankt, het maakt me bijna verdrietig. 

Wat maakt het dat mensen elkaar het leven zo zuur maken? Vakantie is toch bedoeld om op adem te komen? Ik kan me vaag herinneren dat vakantie met je eigen familie hoog staat in de stress top 10. Thuis heb je je eigen leven, op vakantie 24/7 de confrontatie met elkaar. En das best lastig als de verhoudingen onder druk staan.  

Hoe zit dat met ons eigenlijk? Want wij hebben ook zeker vele onhebbelijkheden en zijn ook niet helemaal normaal:-)

Zo weet ik zeker dat hij zich regelmatig (rot) aan me ergert – en ik aan hem -. Een voorbeeld? Ik ben de auto nog niet ingestapt of krijg toegebeten ‘Je kabeltje moet erin!’ – om de gps te activeren – terwijl ik nog niet eens de tijd heb gehad om mijn gordel om te doen. ‘Hoe ver ben je?’ vraagt hij me iedere ochtend terwijl hij al 32 jaar weet dat ik ‘s ochtends een vast ritueel heb en er een bloedhekel aan heb dat hij dan gaat lopen traineren. Ja, sorry, ik heb tijd even nodig, is dat nou zo erg? Alleen omdat hij zin heeft in cappuccino? Om over mijn veel te volle koffer nog maar te zwijgen (‘We gaan maar een week weg!). Waar hij braaf steeds allerlei trucs verzint om hem dicht of weer open te krijgen (‘Wel eens van travelling light gehoord?’).

Hilarisch eigenlijk. Wij vinden onze woordgrapjes heel leuk, maar eigenlijk zijn ze wel wat suf. Als hij of ik een verhaal vertelt zeggen we vaak ‘eens!’. Jut en Jul. We zijn geen ANWB-stel, dat zeker niet, rijden niet in een grote camper met hetzelfde T-shirtje aan. Ook rijden we niet in een met stickers beplakte oude auto waarop staat ‘Still married after 30 years’ – serieus, die kwamen we tegen! -. Maar wat zijn we dan wel? 

Na 32 jaar lief en leed, menige storm doorstaan, hebben we denk ik inmiddels een beetje bijgeleerd. We zijn het stadium gepasseerd dat we van alles een ding maken. Hoe erg is het nu helemaal, choose your battles, laat maar even gaan, geef elkaar de ruimte en meer van dat soort tegeltjeswijsheden. Samen herinneringen maken. Samen genieten. Samen lol.

Al met al was het een fantastische week! Niet alleen vanwege het geweldige eiland, de prachtige natuur, het heerlijke eten en mooie Sardijnse wijnen, maar vooral omdat we elkaar een beetje met rust laten.

Mensen, ze zijn en blijven zo interessant. Wat een mazzelaar ben ik dat ik er mijn vak van heb kunnen maken!