Kerst, de tijd van reflectie. Ik ben in basis denk ik een positief, vrolijk en optimistisch mens. Ik hou van het leven, ik hou van mensen, ik kan genieten van de kleine dingen en ben eigenlijk heel tevreden. Maar nu, zo vlak voor Kerst, begin ik te voelen dat ik hard heb gewerkt en toe ben aan vakantie.
De maand december was en is een drukke maand. Ik weet niet of het toeval is, zo aan het einde van het jaar, maar ik ben veel bezig met het oplossen van problemen. Wat doen we elkaar aan? Mensen om mij heen ervaren stress. Zijn boos. Zijn aan het zwemmen. Zijn verdrietig. Maken ruzie. Mensen om mij heen vallen om. Zeggen hun baan op. Of worden ziek.
Wat doen we onszelf aan? Tijdens een dagstart vliegen twee collega’s elkaar in de haren. De één tierend en boos, onredelijk. De ander in tranen, omdat ze zich totaal niet gehoord en gezien voelt. Andere collega’s zitten er stilletjes bij. Niemand zegt iets. Wat gebeurt hier? Het doet me denken aan de ruzies op het schoolplein van vroeger toen ik klein was. Een naar gevoel.
Ik begeleid een gesprek tussen een manager en een medewerker die elkaar totaal niet meer begrijpen. Beiden ervaren veel spanning, maken moeizaam oogcontact met elkaar, gaan elkaar inmiddels zelfs uit de weg. Een jarenlange opbouw van irritaties dreigt steeds verder te escaleren. In het gesprek dat ik met ze heb blijkt hoe verschillend ze naar de dingen kijken; de kiem onder de verstoorde werkrelatie.
Ik faciliteer gesprekken in een team waarin tien vrouwen zijn verzand in hoogoplopende ruzies, ellenlange werkoverleggen, waar het allang niet meer gaat over de inhoud, maar over de vraag wie er gelijk krijgt. Ze hebben grote moeite om elkaar uit te laten praten, constructief te zijn in het gesprek. Het oordeel belemmert hen om echt te luisteren naar elkaar.
Ik kijk, ik observeer, ik herken het onvermogen en ook het bijbehorende gevoel.
Wat doe ik mezelf aan? Ik sta met één van mijn allerbeste vriendinnetjes in de kroeg, supergezellig om haar te zien in een tijd waarin we weinig tijd voor elkaar hebben. We missen elkaar. Maar … we belanden binnen notime in een woordenwisseling die helemaal niet fijn is. Waarom? Ik weet dat het niet helpt en toch rollen de woorden uit mijn mond. Het voelt fijn om te benoemen wat me stoort, juist omdat ze zo dichtbij me staat, maar we schenden alle feedbackregels die er zijn, waardoor het veel te groot wordt. Dikke, dikke spijt!
Alhoewel ik heilig geloof in het vermogen om constructief ruzie te maken – denk aan de piramide van Lencioni -, omdat het een sterke basis vormt onder relaties, was dit echt niet goed. Maar ja, we zijn allemaal mensen en laten onder druk, als we moe en geïrriteerd zijn nu eenmaal minder mooi gedrag zien. Als ik me zo voel, kan ik beter mijn mond houden. Uberhaupt is stil zijn en even niets zeggen een heel goed idee. En daar het ging het dus mis.
Ik zit zelf dus óók aan de ‘mediationtafel’, nu niet om het gesprek te leiden, maar omdat ik er zelf onderdeel van ben. Onze mannen hebben initiatief genomen ‘we maken ons zorgen over jullie’. We drinken mooie wijn, praten over ditjes en datjes en komen dan toch op de hete aardappel. Dichtbij jezelf blijven. Mild oordelen. Vergeven. Denken aan de mooie dingen die er zijn. Een mooi gesprek voeren, dat helpt.
Kerst, de periode om te reflecteren. Ik heb nog wel wat goed te maken geloof ik. Het boek ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman ligt te wachten op me, in de kerstvakantie heb ik vast tijd om te lezen.
Kerst, de tijd om elkaar te vergeven, samen te zijn, te genieten met je dierbaren. Laten we mild oordelen over elkaar. There’s only so much you can handle…
Fijne feestdagen en een geweldig uiteinde!