Vorige maand schreef ik in mijn blog over mentale veerkracht. Ik had toen nog geen idee wat ons allemaal boven het hoofd hing, maar ik moet een voorgevoel hebben gehad!
Op 27 februari besluit de school van mijn jongste dochter Suus de Romereis te annuleren. Wij zijn dan nog op wintersport. De Romereis die wordt ervaren als hét hoogtepunt van haar schoolcarrière op het SGA gaat niet door! Dan is er dus écht iets aan de hand. We hebben alle begrip, in Rome is Corona. Het is niet veilig.
Op 3 maart haal ik mijn nieuwe collega Claudia op aan de receptie van VGZ Eindhoven, waar ik een interimopdracht doe. Ik ga mijn klus deze maand aan haar overdragen. We staan wat stuntelig tegenover elkaar, maar geven elkaar toch een hand. Zij woont in Brabant, ik niet. Het is de eerste dag dat er beperkende maatregelen zijn genomen in Brabant: een hand geven mag niet meer. De receptioniste spreekt me er later op aan. Wij weten dan nog niet dat het de laatste week is dat wij elkaar fysiek zullen zien.
De ontwikkelingen voltrekken zich in rap tempo. Het is echt anders om naar Brabant te rijden voor werk en einde van de dag weer terug te gaan naar Oosterbeek. Thuis overheerst het gevoel ‘dat het wel los zal lopen’. Brabant en Oosterbeek zijn deze weken twee verschillende werelden.
Al snel wordt binnen VGZ het besluit genomen om zoveel mogelijk thuis te werken. De beelden in de media, het snel toenemend aantal besmettingen, de ziekenhuizen waar capaciteitsproblemen ontstaan, de steeds vollere IC’s, de persoonlijke verhalen van mijn collega’s, de ernst van de situatie is helder: er voltrekt zich een ramp in Brabant, de rest van Nederland zal volgen, zoals de hele wereld in de greep is van COVID-19.
Mensen zijn mijn vak. In mijn werk sta ik letterlijk naast en tussen de mensen. Persoonlijk contact, mooie gesprekken, vertrouwen, veiligheid, interacties, een lach en een traan, het zijn essentiële elementen. Hoe blijf je dichtbij als je op afstand moet werken? Hoe blijf je als organisatie of als team überhaupt connected met elkaar vanuit je huiskamer? Hoe gaan we om met de angst, de zorgen, de tegenslag, gevoelens van eenzaamheid, de balans privé – werk nu we de dingen die we zo leuk vinden en ons energie geven niet meer kunnen doen? Sporten, met vrienden gezellige dingen doen, uit eten gaan, een biertje drinken in de kroeg, reizen; de wereld gaat op slot.
Het is ontzettend wennen, maar hoe mooi: de saamhorigheid, de verbondenheid en de creativiteit komen vanzelf. Ik voel me onhandig, heb een haat – liefde verhouding met ICT. Geweldig als het werkt, met de handen in het haar als het niet lukt. Maar … uitgedaagd door de nieuwe situatie én de wil er iets moois van te maken, vergader ik virtueel in Teams, heb ik dagstarts via Skype, coach ik via beeldbellen, drink ik digitaal koffie, pitch ik via Whereby en volg ik een online training Zelforganisatie voor transitiecoaches. En ja, het went!
Mijn scherm is mijn nieuwe werkelijkheid. Ik mis mensen om mij heen, krijg vermoeide ogen van het scherm staren en vind het heel lastig om zo lang achter elkaar te zitten. Het zijn drukke dagen waarin ik continu ‘aan’ sta. Hoe vind ik een nieuwe balans? Een goed dagritme? En hoe houd je rekening met elkaar in een huis met twee studerende pubers – één die eindexamen doet – en een thuiswerkende papa en mama? Hoe houden we het samen gezellig, ook als het nog lang duurt?
We wandelen veel. We drinken een koffietje in de tuin, in de zon uit de wind voelt het als zomer. Sterker nog: als je je ogen dicht doet, is het even net alsof er niets aan de hand is. We luisteren naar de vogeltjes, wat zijn ze actief! Ze hebben geen benul wat er in de wereld gebeurt. We borrelen virtueel. We maken lekkere dingen. De meisjes koken voor ons. We bellen met opa & oma. We kletsen veel met de kinderen. En met elkaar. We kijken mooie Netflixseries. Maken fotoboeken. Familytime.
Ik tel mijn zegeningen. We zijn gezond. We hebben de liefde. We hebben de lente. We hebben elkaar. Ja, het is heel moeilijk, op momenten vliegt het me aan. Ja, ik herken de angst en de frustratie. Ja, ik vlieg wel ‘s uit de bocht. Maar wees lief voor elkaar. Voor het hogerliggende doel. Alle andere dingen komen wel weer, misschien op een andere manier. Maar het komt goed!
Take care!