De kunst van het vertragen

Wat een heerlijke tijd is het! De natuur ontwaakt uit zijn winterslaap, frisgroene blaadjes aan de bomen in combinatie met strakblauwe luchten en mooie wolkjes, de zon die veelvuldig schijnt. Voorjaar!

Deze periode kan ik altijd intens genieten van de vele vrije dagen. Pasen, Koningsdag, Hemelvaart en Pinksteren. En dit jaar heb ik er nog een schepje bovenop gedaan. Een cadeautje aan mezelf: na vele jaren hard werken doe ik tot de zomer even geen grote interimklus. Genieten van meer rust, andere dingen én focus op de kleinere klussen die gewoon doorlopen. 

Onthaasten. Tijd voor bijkomen. Tijd voor verdieping. Niet meer, maar minder. Kwalitijd:-)

De kunst van het vertragen. Ik weet hoe belangrijk het is. Ik ben erin geschoold. Ik help anderen ermee. Maar het constant ervaren van druk is stiekem toch ook mijn mantra geworden. Het is bijzonder om te ervaren hoe zeer mijn lijf en geest aan dat ritme gewend zijn geraakt.

Als mijn wekker op een decent tijd staat, voelt dat bijna als spijbelen. Had ik niet al lang in de auto moeten zitten? Doordeweeks een koffietje drinken op bed, wat een luxe, het is toch geen weekend? Mijn telefoon gaat niet meer zo vroeg – want reistijd is beltijd, mijn omgeving weet dat ik allang uit de veren ben -, hmmm, ben ik niet meer zo nodig? En zo gaan mijn gedachten met mij aan de loop.

Er is tijd voor hele gewone dingen als een lekker cappuccinootje drinken bij Puur in ons mooie dorp. Een spontaan dagje Utrecht met mijn dochters. Een dag winkelen bij de Bijenkorf, heerlijk – ik doe vrijwel alles online -. De Linda uitpluizen. Mijn kast opruimen. Niet functioneel sporten – de sportschool in en weer uit – maar lekker lang nakletsen in de kleedkamer. Oh, is het al zo laat? Mijn zieke schoonvader opzoeken. Met mijn moeder naar een jazzconcert. Kletsen. Wijn drinken met vriendinnen. En niet onbelangrijk, meer tijd voor mijn lief die al tijden zegt dat ik ‘alleen maar aan het werk ben’. Samen op minivakantie naar de Caribbean! 

Hollen of stilstaan. Balans? Wat is dat toch lastig. 

Ik denk – en weet – dat mijn grootse vijand mijn eigen opvattingen en overtuigingen zijn. Want het is absoluut niet zo dat ik niets doe. En ook al zou dat wel zo zijn, wat is daar erg aan? 

Ik werk voor vier opdrachtgevers aan kleinere klussen. Volgende week leid ik een heidag voor 35 mensen. Een mooie en goed gevulde agenda, waarvan ik toen ik 10 jaar geleden begon alleen maar kon dromen. Wat zou het heerlijk zijn om die voldoening van destijds nu op eenzelfde manier te voelen.

De tijden zijn natuurlijk veranderd. Onze kinderen zijn uitgevlogen. Thuis zit er niet altijd (meer) iemand op mij te wachten. En ik ben ook niet meer zo piep. Mijn lijf geeft echt wel signalen als ik over mijn grenzen ga. Luister ik daar dan ook naar? 

Werk heeft de afgelopen jaren een steeds grotere plek gekregen. Zelfontplooiing. Een mooie ontwikkeling, mét een keerzijde. Niemand die het van mij verwacht, maar ik kan zelf vanuit mijn gedrevenheid mijn handrem niet altijd vinden. 

Hoe lekker is het om even te mogen én kunnen terugschakelen. Het gewoon laten gebeuren. Te kijken hoe het voelt als ik vertraag. Mijn schuldgevoel te omarmen. Er gewoon doorheen te gaan. Het is er en hoort ook bij mij. 

Ik hoor een zacht briesje. Ik hoor de vogeltjes fluiten. Ik voel ruimte. Ik doe de dingen met meer aandacht. Ik zie andere dingen. Ik voel meer rust in mezelf. Ik voel wat ik echt belangrijk vind. 

Ik beleef ook mijn werk anders. Meer tijd. Meer aandacht. Meer doordacht. Daar wordt het ongetwijfeld beter van. 

Laat die grote klus nu maar even gaan. In de zomer kijken we wel weer verder. 

Geniet!