
Het streven naar meer zit diepgeworteld in ons. Over de generaties heen zijn we trots op de vooruitgang. Op wat we hebben bereikt. In welvaart, ICT, techniek, zorg, onderwijs, in voorzieningen, om maar een paar voorbeelden te noemen. We zijn slimmer, sneller, beter, efficiënter en effectiever.
Ambities hebben is heel gezond. In mijn drijfveren en persoonlijkheid is vooruit willen diepgeworteld. Naar de wereld kijken in termen van kansen en mogelijkheden. En die ook pakken. Geen vleugje oranje, maar een flinke scheut oranje. Een volgende stap zetten geeft het gevoel succesvol te zijn.
En dan vind ik een overlijdenskaart op de deurmat. Sharon. Bám! Mijn hart staat stil. Ze is net zo oud als ik. Een lief en mooi mens, van binnen én van buiten. Ze is onderdeel van onze familie. We hebben veel raakvlakken in werk. Op Ameland hebben we intensieve gesprekken gevoerd over onze levens. Over de worstelingen. Over de dingen die echt belangrijk zijn. Zij heeft het roer later omgegooid. Ze werd mindfullnesstrainer en maakte er haar missie van om in het werkelijke moment te leven. Maar ze werd ook ziek. Zó oneerlijk!
Ik ben stil en verdrietig. Het streven naar meer is doodvermoeiend. Want wanneer is het dan goed? En kun je tevreden zijn met wat er is? Want het kan ook ineens afgelopen zijn.
Als je vastzit in verwachtingen van anderen, overtuigingen over jezelf en het streven naar meer ontneem je jezelf de ruimte om in het hier en nu te genieten en te zijn wie je werkelijk bent.
We kunnen weemoedig zijn als we denken aan het verleden. Oude tijden herleven en wat zagen we er toen goed uit! Kritisch op onszelf. Onzekerheid voelen over wie je bent, die ene kilo teveel of die baan waarin je nog zo piep voelde tussen de gevestigde orde.
We kunnen vol verwachting zijn over de toekomst. Daar is alles beter, dan hebben we gewerkt aan onszelf, dan gaan we die reis maken die we al zo lang willen maken. Dan is er tijd om te genieten.
Maar het gaat om het nu. Stilstaan. Ruimte maken om te voelen. Omarmen wat er is.
En dan zul je ontdekken dat het vaak niet om meer, maar om minder gaat. Minder moeten, minder ego. Minder van alles, zodat er ruimte ontstaat om in het nu te zijn. Wat hier is waar je moet zijn.
Daar is gewoon hier.